11 oktober 2005
Rapport: kan beter!
Update 12/10/05: op basis van nieuwe informatie is onderstaande post enigszins aangepast. Zoek de verschillen!
Premier Guy Verhofstadt (VLD) heeft vanmiddag de federale beleidsverklaring (in pdf-formaat) voorgelezen in de Kamer. Een meer uitgebreide versie is hier (eveneens in pdf-formaat) te vinden.
De regering zal voor de zevende keer een begroting op rij in evenwicht indienen. Gezien de tweecijferige tekorten en de driecijferige schuldratio’s uit het verleden zeker een vooruitgang, maar tegelijkertijd ook een noodzaak te noemen. Het is evenwel jammer dat de begroting, in tegenstelling tot eerder aangekondigd door afscheidnemend minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A), geen structureel evenwicht vertoont en dat de regering nogmaals een beroep doet op éénmalige inkomsten om de rekening rond te krijgen. Het gaat om de beproefde recepten: strijd tegen de fraude, verkoop van overheidsactiva (gebouwen), effectisering van belastingschulden en de “tweemalige” bevrijdende aangifte, voor een bedrag van 1,2 miljard euro. Verhofstadt schermde in zijn beleidsverklaring wel met het argument dat de éénmalige inkomsten moeten dienen om éénmalige tegenvallers te compenseren, over welke tegenvallers het ging, daar ging de premier tijdens het voorlezen van zijn beleidsverklaring niet op in. Nader onderzoek (in ppt: slide 4 en 10) leert dat het gaat om een bedrag van bijna 1 miljard euro, daarvan nemen de gemeenten (met verkiezingskoorts) drievierde voor hun rekening. Waarschijnlijk beseft Verhofstadt zelf wel dat er geen sprake is van een structureel evenwicht. Laat staan van structurele begrotingsoverschotten die nodig zijn om de op ons afkomende vergrijzing te betalen. Komt daar nog bij dat de begrotingscijfers globale cijfers zijn, inclusief die van de gewesten/gemeenschappen en de lokale overheden. Voor 2006 wordt voor de federale overheid deze keer na jaren van tekorten wel een overschot van 0,1% begroot, maar daarnaast wordt een extra inspanning van de gewesten/gemeenschappen gevraagd. Bovendien was, zoals hierboven al aangehaald, enige ongerustheid ontstaan door de budgettaire toestand van de gemeenten die in het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen aan het investeren zijn geslagen. Aan de regionale voogdijoverheid werd dringend gevraagd om één en ander niet uit de hand te laten lopen.
Op het vlak van de begroting zou de regering dus beter moeten doen. De meeste aandacht gaat evenwel naar de maatregelen op het vlak van de eindeloopbaan. Feit is dat zonder hervormingen de verhouding actieven/niet-actieven volledig scheefgroeit en er dan slechts twee opties overblijven: of er wordt ingrijpend gesnoeid in de sociale zekerheid, of de economie wordt totaal gewurgd door een steeds zwaarder wegende belastingdruk. De nadruk ligt dan ook, deels terecht, vooral op het aan het werk houden van 50-plussers en, in iets mindere mate, op de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. De regering heeft daartoe een batterij maatregelen uitgewerkt. Eén daarvan is de oprichting van een tewerkstellingscel die 50-plussers die ‘slachtoffer’ zijn geworden van een herstructurering moet begeleiden naar een nieuwe job, maar waarbij je je kan afvragen of die mensen niet met 6 maanden vertraging toch weer in het brugpensioen terechtkomen, want als hen geen gebrek aan medewerking kan verweten worden, zal dat het resultaat zijn als er voor hen geen job beschikbaar is. Het blijft allemaal nogal vaag, veel zal dus afhangen van de concrete uitwerking van deze maatregel. De problemen met de controle op de beschikbaarheid van werklozen voor de arbeidsmarkt liggen evenwel nog vers in het geheugen. Uiteindelijk hangt een groeiende tewerkstelling van ouderen en jongeren echter af van een sterke, groeiende economie ondersteund door een gepast economisch beleid. Op het vlak van verlaging van de belastingdruk, flexibilisering van de arbeidsmarkt, vrijmaking van de producten- en dienstenmarkten en hervorming van de sociale zekerheid (het feit dat een innoverende industrie als de farmaceutische industrie in tegenspraak met eerdere beloftes toch weer een heffing van 162 miljoen euro aan zijn broek heeft, alhoewel het initieel om een éénmalige heffing voor 2005 ging, is hemeltergend te noemen) blijf ik niettemin enigszins op mijn honger zitten. Verhofstadt beroemt zich wel op de hoger dan gemiddelde economische groei in België van de laatste jaren, maar zoals Johan Van Overtveldt en Geert Janssens (beide VKW) in Knack aanvoerden, groeide de economie trager dan het Europese gemiddelde in de eerste jaren van Paars en moeten bovendien vraagtekens gesteld worden bij de kwaliteit van de recente economische groei, die voornamelijk bestond uit een groei van de overheidsconsumptie en van de voorraden bij de bedrijven.
De politiek is inderdaad de kunst van het haalbare, maar laat dat in een coalitie met de socialisten net het jammerlijke zijn aan de hele zaak. Dit land moet beter doen.
|